Bij paardrijden moet je goed met je paard kunnen samenwerken om paardrijdblessures te voorkomen. Zorg ervoor dat je je paard dus goed kent en weet hoe je met hem om kunt gaan. Bekijk de basiskennis die daarbij van belang is.

Belangrijke basiskennis over je paard

  • Een paard is van natura een prooidier dat snel schrikt en vlucht om zijn leven te redden. Als je paard ergens van schrikt, weet dan dat hij in zijn vluchtreactie wegrent van ‘het gevaar’. Een paard is een lichamelijk en emotioneel gevoelig dier.
  • Een paard is een kudde- en vluchtdier. Ziet, hoort of ruikt hij iets onverwachts? Dan is rennen zijn eerste reactie. Daarna beoordeelt hij de situatie pas. Omdat paarden in kuddes leven, hebben zij ook een kudde-instinct. Als een groepsgenoot vlucht, dan rent een paard in eerste instantie mee. Daarna bekijkt hij pas wat er aan de hand was. Ziet hij een gevaar en besluit hij hier wat aan te doen? Dan gebruikt hij zijn tanden, voorbenen en achterbenen als hele snelle en effectieve ‘wapens’.
  • Een paard is ook een gewoontedier. Als hij ergens bang voor is, dan vlucht hij meestal naar een bekende, veilige omgeving.
    Het volgen van een leider zit paarden in de genen. Dit hoeft niet per se een ander paard te zijn. Een mens mag die plaats ook innemen. Paarden denken niet rationeel en abstract en beleven gewoon het moment. Eén van hun natuurlijke behoeften is, dat zij duidelijk weten wie de leiding heeft (de dominantieverhouding). Beslis je als ruiter om een paard te berijden door deze te houden, te trainen en te verzorgen? Dan plaats je jezelf in een leidinggevende positie. De vraag is of je die positie aankunt en welke consequenties dit heeft.
  • Paarden hebben een onzichtbare cirkel om zich heen. Dit ‘privégebied’ is ongeveer 2 meter ofwel de lengte van een paard. Paarden accepteren binnen hun privégebied geen vreemden of anderen die ze niet aardig vinden. Of mensen die zich niet op de juiste manier gedragen.
    Een paard vergeet een slechte ervaring niet snel. Denk bijvoorbeeld aan een onterechte straf of gevaarlijk voorwerp. Je kunt dit goede geheugen gebruiken als je je paard wilt leren hoe de ‘mensenwereld’ in elkaar steekt. En als je hem wilt leren hoe je met elkaar samenwerkt. Zo beleeft je paard er ook plezier aan. Over het algemeen geldt: hoe jonger het dier, hoe minder ervaren hij is. Een onervaren paard laat vooral natuurlijk paardengedrag en -reacties zien en nog bijna geen aangeleerd gedrag. Weet dat een onervaren paard nog geen rekening houdt met z’n berijder of begeleider. Jij moet daardoor rekening met hem houden als er iets gebeurt.
  • Een paard gebruikt vooral zijn lichaamstaal om te communiceren. Hij gebruikt zijn lichaam om met andere paarden en mensen te praten. Wil je weten hoe een paard zich voelt? Bekijk dan:
  • de positie van zijn hoofd, benen en staart.
  • de stand van zijn oren
  • de uitdrukking van zijn ogen en mond.

Paarden zien de wereld niet zoals mensen. Zij hebben een ander gezichtsvermogen. Hun ogen zitten aan de zijkant van het hoofd waardoor zij sommige dingen met één oog zien. Een paard heeft daardoor een panoramische blik.

panoramische blik

Hij ziet een lang, smal beeld van zijn voorhand (ter hoogte van de voorbenen) tot zijn achterhand (ter hoogte van de achterbenen) zonder zijn hoofd te bewegen.
Een paard ziet slechts een smalle strook van dit beeld scherp, de rest is wazig.
Het kijkt van nature over de neus, richting de grond. Hij moet zijn neus optillen om recht voor zich uit te kunnen kijken. En zijn hoofd naar iets toe draaien om goed te kunnen zien. Dit moet je als ruiter ook toelaten.
Houd dus rekening met het gezichtsvermogen van je paard. Pas je omgang hier op aan. Paarden functioneren goed bij verminderd zicht, maar je moet ze daar wel altijd goed in sturen.
Ieder dier heeft zijn eigen karakter en eigenaardigheden. Het is geen schande als je niet kunt omgaan met een bepaald paard. Het duurt bijna een mensenleven voor je echt weet hoe een paard in elkaar steekt. En hoe je hiermee moet omgaan. Overschat jezelf niet.